Norg in de kop van Drenthe

Tijdens de coronacrisis brachten veel Nederlanders noodgedwongen de vakantie in eigen land door. Maar eigenlijk hoef je helemaal niet op een lockdown te wachten om Nederland beter te leren kennen. Want voor de meeste Nederlanders is er nog meer dan genoeg te ontdekken in die andere 11 provincies waarin ze zelf niet wonen. En, als ze uit Drenthe komen, is er zelfs nog genoeg te verkennen in eigen provincie, zoals het esdorp Norg, in de kop van Drenthe.
Norg in Drenthe

Idyllisch gelegen vakantiehuisje. Foto door de auteur.
Norg is binnen Drenthe één van de populairdere vakantiebestemmingen. Het is een bosrijk dorp, omringd en doorvlochten met mooie, gemengde bossen van vooral Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Heidevelden zorgen voor nog meer variatie in de Norger natuur. En er is zelfs een Natura 2000 gebied: het Norgerholt – een uniek stukje middeleeuws bos met eeuwenoude hulstbomen.
Door het bos verspreid liggen een paar vakantieparken en campings. Er staan ook particuliere huisjes in het bos, sommigen op heel bijzondere plaatsen, zoals De Schuilplaats, gelegen aan een privé-heideveld en omringd met het bos van Natuurmonumenten. In en rond het centrum van Norg is er de keur aan hotels, bed & breakfasts en dergelijke.
Bos en hei
Als je van natuur houd, hoef je, eenmaal in Norg niet veel stappen te zetten voordat je in het bos bent. En bij veel accommodaties hoef je ’s ochtends alleen maar uit het raam te kijken om het bos (of de hei) weer te zien. Overal in het bos zijn wandelpaden, van gemarkeerde wandelroutes tot rond omgevallen bomen heen meanderende “verdwaalpaadjes”.
Eigenlijk valt er overal wel wat te zien, waar je ook het bos in dwaalt of over de hei struint. Maar vergeet, als je in Norg bent niet het Norgerholt een keer te bezoeken. Dit gebiedje geniet, met haar eeuwenoude hulstbomen, 72 vogelsoorten en lelietjes-van-dalen, terecht een Natura 2000 bescherming.
Ooit waren hoogveengebieden veel voorkomend in Nederland. Nu is het Fochteloërveen één van de weinig overgebleven venen van heel West-Europa. 14 km van Norg vandaan ligt dit veengebied op comfortabele fietsafstand. Over fietsen gesproken: er zijn meerdere fietsenmakers in Norg die fietsen verhuren.
Nationaal Park Drentsche Aa is een ander nabijgelegen natuurgebied dat zeer de moeite van het bezoeken waard is (en goed te befietsen). De afgelopen decennia is er veel moeite in gestoken om de beekloop van het Drentsche Aa uit het keurslijf te bevrijden waar ze in eerdere ontginnings- en rationaliseringsdriften onderhevig aan was geworden: meanders mogen weer wat meanderen, natte zones worden nat gelaten, langs oevers die niet meer strak en stijl zijn. Daardoor is het uitgestrekte gebied langs het Drentsche Aa steeds meer de moeite van het bezoeken waard geworden. En bij een uitstapje naar het Drentsche Aa komt u allicht ook door idyllische plaatsjes, zoals Oudemolen.
Maar om de natuur te vinden, hoef je in Norg zelden verder dan een kilometer van je accommodatie te begeven. Er valt volop bos te ervaren: eindeloos veel vogels (met een beetje geluk een zwarte specht), bomen (met een beetje geluk bewoond door een nest bonte spechten), kevers (met een beetje geluk bezig een kadaver te begraven), reeën (met een beetje geluk, als je een huisje zoals de Schuilplaats huurt, vanuit het raam, op eigen hei), en af en toe een eekhoorn.
Esdorp
Ook voor cultuurliefhebbers is Drenthe – en in het bijzonder Norg – een dankbare vakantiebestemming. Norg is een Esdorp, en de es is een relikwie van vroegere tijden waarin Drenten nauw met elkaar moesten samenwerken voor hun voortbestaan op de schrale zandgronden. Essen waren eilandjes van vruchtbaarheid vlakbij de dorpskern. Die vruchtbaarheid kwam van mest, heideplaggen, afgestoken veen, en dergelijke. Het is voor de moderne mens moeilijk voor te stellen hoe kostbaar biomassa was in de voorindustriële tijd, voordat kunstmeststoffen hun intrede deden. Mest moest naar de es gebracht worden, want de es was akkergrond, geen weidegrond. Het vee werd geweid op de schralere, vaak gemeenschappelijke of “wilde” weidegronden verder weg van de esdorpskern. Om de gewassen te beschermen tegen betreding door wild en eigen vee, was de es omringd met een eswal, heel toepasselijk ook wel ‘wildwal’ en ‘wildgraaf’ genoemd. Dat eigen vee werd ’s avonds trouwens naar de omheinde brink gebracht. Die brink fungeerde tevens vaak als ontmoetingsplaats. Nu zijn brinken vaak nog dorpspleinen, maar vee zie je er niet vaak meer, behalve bijvoorbeeld op de Zuidlaardermarkt (die net ver van Norg vandaan ieder jaar op de derde dinsdag van oktober gehouden wordt).
Hunebedden
Esdorpen gaan terug in de tijd tot in het eerste millennium na Christus. Hunebedden zijn nóg veel ouder en stammen uit 4000-3000 vóór Christus. Deze prehistorische graven zijn dus meer dan 5000 jaar oud!
Vlakbij Norg, in Westervelde, ligt een hunebed. Iets verder weg, bij Zeijen, liggen er twee. Nog wat verder weg, in Borger, is het Hunebedcentrum Borger een aanrader voor iedereen die gefascineerd is door de prehistorie van deze opmerkelijke zwerfsteenconstructies.
Musea
Als het neerslachtig weer is, kan het leuk zijn om een museum te bezoeken. Dichtbij Norg zijn een paar mooie Drentse museums:
- het Museum voor figuratieve kunst De Buitenplaats in Eelde;
- het Muziekmuseum Vosbergen in Paterswolde;
- het gevangenismuseum in Veenhuizen; en
- het Drents museum in Assen.
In het Drents museum bevindt zich het beroemde Meisje van Yde – een in 1897 in Yde gevonden veenlijk dat stamt uit de eerste of 2de eeuw na Christus!
En niet te vergeten: op slechts 20 kilometer afstand van Norg is er ook de mooie stad Groningen en het kunstzinnige Groninger museum.